Skip to main navigation
Home

Main menu

  • Nieuws
  • Agenda
  • Onderzoeksdatabank
  • Over CCBT
  • Projecten
  • Praktijkcentra
  • Contact
Sorteeropties
  • en
  • nl
Menu

Kruimelpad

  1. Home
  2. Nieuws
  3. Terugblik Biovelddag Inagro Op 8 Oktober

Terugblik biovelddag Inagro op 8 oktober

15/10/2025
Joran Barbry, Femke Temmerman, Jasper Vanbesien, Anouk Van Moorter en Karolien Hertogs (Inagro)

herkauwers

akkerbouw

groenten

bodemvruchtbaarheid

De biovelddag op Inagro trok vorige week 64 bezoekers naar het biologisch proefbedrijf. Voor wie er niet kon bij zijn, brengen we hier een korte samenvatting van de verschillende getoonde proeven. Blikvangers waren de verschillende ondergezaaide groenbemester(mengsel)s in witte kool en knolselder.

Onderzaai in groenten

Planten voeden via hun wortelexudaten in belangrijke mate de bodem. Een diverse begroeiing (gewassen, groenbemesters,…) is daarom belangrijk. Dit is een van de insteken van regeneratieve landbouw. Met het EIP-project ‘Groen-te-len’ willen we praktische handvaten ontwikkelen voor de toepassing van dit concept in een intensief biologisch groenteteeltsysteem.

Door een combinatie van on farm proeven door de deelnemende praktijkbedrijven (10 CSA-telers) en enkele praktijkproeven op Inagro willen we participatief onderzoeken welke groenbemesters onder welke omstandigheden in welke groenten tot een succesvolle aanpak kunnen leiden zodat de bodem maximaal en divers bedekt is met een minimale impact op de gewasontwikkeling en opbrengst.

In concreto worden op Inagro in 2025 wel achttien groenbemesters en groenbemestermengsels vergeleken in een open teelt knolselder en een meer gesloten teelt witte kool. Daarbij worden ook twee onderzaaitijdstippen vergeleken. Zaaien gebeurde handmatig. Begin en half juli, na de laatste aanaardbeurt en nog voor het sluiten van de rijen, werd in de koolteelt gezaaid. Begin augustus en begin september, na de laatste schoffelbeurten gebeurde dit in de knolselder. Door de droogte van augustus kwam de groenbedekker op door het irrigeren van de knolselder. Bij beide teelten waren de planten van het eerste onderzaaimoment het best ontwikkeld. Doordat in de knolselder meer gewied kon worden voor onderzaai, was de onkruiddruk lager dan bij de wittekool. Een extra keer schoffelen na de tweede keer zaaien in de wittekool bleek nefast voor de bodembedekking, ondanks dat de groenbedemester toen nog niet boven stond.

foto 1 biovelddag

Plaagbeheersing in kolen en prei

Het aanleggen van bloemenstroken voor natuurlijke vijanden is inmiddels een vaste praktijk op het proefbedrijf. In koolgewassen zaaien we de oogstgangen met eenjarige bloemenmengsels. Sedert dit jaar integreerden we op één perceel prei en ui ook een strook met de bloemensoorten Lobularia maritima (zilverschildzaad), boekweit en gele kamille. Het nectar en stuifmeel aanbod heeft een positieve invloed op de aanwezigheid van nuttigen, zo blijkt uit onze waarnemingen. Ondanks deze bijdrage blijkt de natuurlijke bestrijding van melige koolluis en koolwittevlieg de laatste jaren onvoldoende. De druk is van beide plaaginsecten dit seizoen bijzonder hoog. In het project BREVAL gaan we na welke bijkomende maatregelen potentieel bieden om zowel in bio als gangbare teelt deze plagen beter onder controle te krijgen. In de proef in spruitkool die hier aanligt, testen we de inzet van gaasvlieg larven, al dan niet aangevuld met drie bespuitingen met NeemAzal. In een derde object is wekelijks behandeld met een proefmiddel dat een fysieke werking heeft op de plaaginsecten. Deze behandelingen vergelijken we enerzijds met een onbehandelde controle en anderzijds in twee verschillende rassen, met name Doric en Neptuno (beide Bejo Zaden). Doric blijkt alvast minder gevoelig voor zowel bladluis als koolwittevlieg. De volledige proefresultaten zullen we na de oogst in november – december bekendmaken.

foto 2 biovelddag

Biostimulanten in wortelen

De wortelen, ras Norway (Bejo) gezaaid op 30 mei, tonen een gezond gewas. Op een deel van het perceel zijn verschillende behandelingsschema’s met biostimulanten uitgevoerd. We evalueren de effecten op de plantweerbaarheid, de opbrengst en kwaliteit van de wortelen. Deze proef kadert in het grensoverschrijdende project REFLECHI (2024 – 2028) met als doel groente- en fruitteelten beter bestand te maken tegen klimaatsverandering. Andere Vlaamse, Waalse of Franse partners in het project bekijken de invloed van andere strategieën, o.a. rassenkeuze, in wortelen of gaan het effect na van dezelfde en andere biostimulanten in andere teelten waaronder prei en kolen.

foto 3 biovelddag

Rassenonderzoek in prei en aardappelen

In de rassenproeven late herfstprei en winterprei waren de eerst verschillen al goed zichtbaar. Sommige rassen vertonen duidelijk meer aantasting door roest en trips dan andere, en ook het gewichtsverschil tussen de rassen begint zich af te tekenen. We zijn benieuwd hoe ze uiteindelijk uit het veld komen.

Van de rassenproef aardappel werd de oogst tentoongesteld. Het was een jaar zonder aardappelziekte, maar de droogte stelde sommige rassen wel op de proef. Binnenkort worden alle rassen geproefd en onderworpen aan een reeks kwaliteitsanalyses.

foto 4 biovelddag

Gebruik van organische mulch

Sinds 2021 hebben we een proef met verschillende organische mulchmaterialen op ons proefbedrijf. Dit jaar werd de knolselder geplant met een speciale mulchplant machine, de Mulchtec planter van Live2Give uit Duitsland, die we konden leasen dankzij het project SOILSTRUCT. De machine leverde uitstekend werk en kon met één instelling moeiteloos doorheen de verschillende mulchmaterialen en -diktes planten. In de proeven is het duidelijk dat de mulchmaterialen effect hebben op verschillende factoren. Zo kunnen de mulchmaterialen verdamping uit de bodem verminderen en als buffer werken bij overvloedige regenval. Daarnaast onderdrukken voldoende dikke lagen (+5cm) onkruidgroei redelijk goed. Wat ook zeker opvalt is dat er meerjarige effecten spelen bij gebruik van mulchmaterialen met een hogere koolstof/stikstofverhouding (zoals miscanthus, houtsnippers…) een deel van de stikstof in de bodem wordt vastgelegd tijdens het verteringsproces. Dit betekent dat er minder stikstof beschikbaar is voor de planten en dat kost opbrengst. De mulchmaterialen met een lagere C/N verhouding (zoals compost, grasklaver en bladeren) zorgen voor een mooie gewasstand. Dat valt dit jaar opnieuw op, zelfs zonder extra bemesting in die proefveldjes.

foto 5 biovelddag

Handelsmeststoffen in industriebloemkool

Met proeven in industriebloemkool onderzoeken we de waarde van enkele commercieel beschikbare organische korrelmeststoffen. We voeren dit onderzoek in het kader van een CCBT-project, omdat er waarschijnlijk een limiet zal komen op het aandeel ammoniakale stikstof in vinasse houdende korrelmeststoffen, waardoor producten als OPF (11-0-5) niet langer toepasbaar zullen zijn voor biologische landbouw.

Uit een gelijkaardige proef die we vorig jaar aanlegden vonden we dat twee producten, die uit restproducten uit de vleesindustrie bestaan, de resultaten van OPF konden benaderen. De zuiver plantaardige alternatieven hadden onvoldoende en/of te trage N-werking. Op heden zijn de verschillen in gewasstand in het veld beperkt. De opbrengstresultaten zullen moeten uitwijzen of de resultaten van 2024 bevestigd worden.

foto 6 biovelddag

Zonnebloemen na graan en mengteelt sorghum/maïs voor veevoeder

Vorig jaar gingen we voor het eerst van start met de teelt van zonnebloem voor kuilvoerdoeleinden in het kader van een CCBT project. Dit jaar werden deze proeven verder gezet. De proeven moeten in de eerste plaats uitwijzen of zonnebloemen meerwaarde kunnen bieden in het melkvee rantsoen. Ze sprongen in het oog omwille van hun klimaatrobuuste karakter, evenals hun vetfractie, en dus het potentieel tot het aanbrengen van onverzadigde vetzuren in het herkauwerrantsoen. Daarnaast kan men zonnebloemen nog tot tamelijk laat in het seizoen zaaien, waardoor men ze (in theorie) nog na de oogst van wintergraan op het veld kan installeren. Hierdoor zou men twee ruwvoergewassen per jaar van één perceel kunnen halen. In deze optiek werd er daarom binnen deze proeven gevarieerd met het zaaitijdstip. Nu, in praktijk lijkt dit lastiger haalbaar te zijn. Vorig jaar zorgde de natte zomer voor aanzienlijke opbrengstverliezen bij een later zaaitijdstip. Dit kwam voornamelijk doordat Sclerotinia de overhand kreeg alvorens er een optimaal DS% werd bereikt. Ook dit jaar lijkt het erop dat we met deze latere zaai lagere opbrengsten zullen oogsten. Ditmaal is het witziekte dat roet in het eten gooit. We willen het potentieel van zonnebloem na graan nog niet helemaal verwerpen, maar er lijken toch wel belangrijke aandachtspunten te zijn.

Naast zonnebloem, wordt er op onze biohoeve om dezelfde reden al enkele jaren ingezet op de teelt van sorghum. Sorghum zou beter droogte verdragen dan mais, en op die manier in droge jaren de opbrengst kunnen verzekeren. Omdat we meerdere malen ondervonden dat sorghum qua voederwaarde niet kan tippen aan mais, en het object mengteelt vorig jaar (ondanks de neerslag) toch mooi uit de proef kwam, werd er dit jaar ingezet op de mengverhouding van beide gewassen. De droogte dit jaar liet zien dat men met een mengteelt van sorghum en mais (50:50) een meeropbrengst van 600 kg/ha kan bekomen t.o.v. zuivere maisteelt. En ook de voederwaarde kwam er met dit object het beste uit. Ons perceel bevatte nog voldoende vocht, waardoor de teelten relatief weinig last ondervonden van de droogte. Bij droogtegevoelige percelen zou dit verschil vermoedelijk nog meer uitgesproken zijn geweest.

foto 7 biovelddag

Demonstratie wastrommel

Tot slot demonstreerden we de werking van onze middelgrote wastrommel die bij ons vooral gebruikt wordt om wortelen te wassen. (Kleinschalige) biologische groentetelers zijn vaak op zoek naar een geschikt toestel en vinden deze niet op de tweedehandsmarkt of bij courante mechanisatiebedrijven in Vlaanderen. Het toestel dat wij gebruiken komt uit Frankrijk. Er zijn twee constructeurs actief die kleinschalige trommelwassers aanbieden in verschillende afmetingen en capaciteiten. (Bailly https://www.machines--maraicher-bailly.fr/laveurs-legumes/17-laveur-bain-d-eau-a-tambour.html en Michalak https://www.jams-agri.com/laveur-legumes-fr-fr.htm).

 

Meer info?
joran.barbry@inagro.be

 

Onderzoek in kader van verschillende projecten met financiële steun van het Agentschap Landbouw en Zeevisserij, de provincie West-Vlaanderen en de Europese Unie.

logo ccbt   logo agentschap 

 logo EU   

reflechi

vlaio

Verwante projecten
Groen-te-len: Groenbemesters onder biologische groenteteelten
Geïntegreerde beheersing van bladluizen (Brevicoryne brassicae, Myzus persicae) en koolwittevlieg (Aleyrodes proletella) in koolgewassen
(Plantaardige) handelsmeststoffen in kaart
Klimaatadaptieve zonnebloemteelt voor een betere melkkwaliteit
Bodem gestructureerd, bodem klimaatrobuust beheerd (SOILSTRUCT)

Zoek per categorie

herkauwers
pluimvee
varkens
pitfruit
kleinfruit
akkerbouw
beschutte teelt
kruiden
sierteelt
groenten
bodemvruchtbaarheid
biodiversiteit
energie
onderzoek & beleid
projectoproepen

Agenda

Opleiding "Biogroenten als uithangbord"
20/10/2025
Landwijzer intervisiegroepen voor actieve boer.inn.en in Oost- & West-Vlaanderen
01/11/2025
Inspiratiecursus ‘agro-ecologisch denken & ondernemen’
07/11/2025
Studiemoment irrigatie in vollegrondssierteelt + technologiebeurs
14/11/2025
Geleide bezoeken aan de vroegmarkten
18/11/2025
Bodem vol Leven: De kracht van microbiële inoculanten nu en in de toekomst
18/12/2025
› meer activiteiten

website door startx

CCBT vzw
Tel: +32 9 331 60 85
Mail: info@ccbt.be
Schaessestraat 18, 9070 Destelbergen

Footer-menu

  • Nieuws
  • Over CCBT
  • Praktijkcentra
  • Contact

Met de steun van het departement landbouw en visserij van de Vlaamse overheid.

Home
  • Nieuws
  • Agenda
  • Onderzoeksdatabank
  • Over CCBT
  • Projecten
  • Praktijkcentra
  • Contact
  • Inloggen