Voor het telen van biologische bakwaardige tarwe wordt er vaak gekozen voor zomertarwe in plaats van wintertarwe. In 2018 was het tweede deel van het groeiseizoen erg droog. Net als in 2017 waren de verschillen tussen de rassen eerder klein.

Samengevat

Deze teelt van zomertarwe in 2018 ging laat maar in ideale omstandigheden van start. De ziektedruk was vrij laag. Vooral de droogte vanaf juni was een stressfactor. Er werd nog een behoorlijke opbrengst behaald van gemiddeld 5,8 ton/ha met een gemiddeld eiwitgehalte van 10,9%. De resultaten lagen vrij dicht bij elkaar. Opvallend was dat het eiwitgehalte meestal weinig verband hield met de opbrengst. De waardes voor bakkwaliteit (Zeleny en valgetal van Hagberg) waren voor alle rassen goed tot zeer goed. 

Volgende rassen brachten 6 ton/ha of meer op en behaalden gemiddelde tot hoge eiwitgehaltes (10,8 à 11,7%): Harenda, Lennox, Quintus en op de valreep Servus en Nobless. Tybalt haalde de topopbrengst (6,5 ton/ha) maar met een laag eiwitgehalte. Lavett was lager in opbrengst dan deze groep maar scoorde opnieuw hoog in eiwitgehalte.

Daarnaast zagen we een groep rassen met matige opbrengst van 5 à 6 ton/ha die ook in eiwitgehalte laag tot matig scoorden (10,4 à 10,8%): Sensas, Septima, Feeling, Astrid en Tritop. Waarschijnlijk heeft de droogte deze rassen parten gespeeld. 

Lees het volledige verslag hier. 

Meer info?
Lieven Delanote
Tel: +32 (0)51 27 32 50
E-mail: lieven.delanote@inagro.be