Skip to main navigation
Home

Main menu

  • Nieuws
  • Agenda
  • Onderzoeksdatabank
  • Over CCBT
  • Projecten
  • Praktijkcentra
  • Contact
Sorteeropties
  • en
  • nl
Menu

Kruimelpad

  1. Home
  2. Nieuws
  3. Matige Opbrengst van Gele Wintererwt Door Nat en Laat Seizoen

Matige opbrengst van gele wintererwt door nat en laat seizoen

19/11/2024
Jasper Vanbesien (Inagro)

akkerbouw

Een uiterst natte herfst in 2023, gevolgd door een sombere natte en warme winter zorgde afgelopen seizoen voor een uiterst late zaai (begin februari) van de biologische rassenproef gele wintererwt met triticale. Ondanks die mindere omstandigheden was de opkomst relatief goed. Doordat het uitzonderlijk regenachtig bleef tijdens de teelt, met maandelijkse neerslag ruim boven het gemiddelde, verschenen er in het goed ontwikkelde gewas ziektesymptomen van een schimmelcomplex (waaronder mogelijk Phoma medicaginis var. pinodella, Ascochyta pinodes en Colletotrichum sp.). Afhankelijk van het ras hadden deze schimmels kans zich verder te ontwikkelen. De opbrengst van de erwten was uiteindelijk matig, en de totale mengteeltopbrengst met triticale was eerder laag.

Uiterst late zaai door nat en laat seizoen

De rassenproef werd aangelegd op een biologisch perceel. De voorteelt in 2023 was maïs. Zaai was voorzien voor eind oktober/begin november 2023, maar gebeurde pas veel later op 3 februari 2024 (net na ploegen en in combinatie met diepwoelen en rotoreggen). Sinds half oktober was het te nat geweest zonder enige mogelijkheid om in redelijke omstandigheden te zaaien. De winter was somber, nat en warm met weinig vorst.

Tien erwtenrassen in mengteelt met triticale

In de rassenproef werden tien variëteiten opgenomen (zie tabel hieronder), allemaal gecombineerd met een vroegrijpe triticale vanwege de late zaai. Oorspronkelijk was een mengteelt met wintergerst gepland. Een mengteelt kan zorgen voor een betere onkruidonderdrukking, een betere gewasstevigheid en een grotere oogstzekerheid dan een zuivere teelt.

  • Het zaaizaad van al de erwtencultivars was niet chemisch behandeld.
  • De zaaidichtheid bedroeg 79 zaden/m2 voor de erwten en 275 zaden/m2 voor de triticale. Om te anticiperen op een slechtere opkomst en groei werd de oorspronkelijke zaaidosis met 10% verhoogd.

Tabel: Leverancier en duizendkorrelgewicht van de zaaizaden en toegepaste zaaidosis per ras.
tabel erwtenrassen

Behoorlijk goede opkomst en probleemloze begingroei

Met gemiddeld 73% was de opkomst naar omstandigheden goed. Er was weinig verschil tussen de rassen. Uppercut had de beste opkomst (80%). Met gemiddeld 83% was de opkomst van de triticale relatief goed zonder significante verschillen tussen de mengteelten.

  • Flokon en Lapony toonden de beste jeugdgroei en ontwikkelding voor ziekte naar het einde van mei toe in het gewas sloop. 
  • Fresnel en Casini groeiden minder goed en ook Balltrap en Furtif waren trager. 

De best ontwikkelde rassen domineerden eind mei dan ook het beeld van de mengteelt, terwijl bij de lager gebleven erwtenplanten het graan goed te zien was. In de tweede helft van mei stond ten slotte alles in volle bloei.

erwt eind mei
De mengteelt met Flokon (links) en Furtif (rechts) op 24 mei 2024.

Uitval van planten en rem op de peulontwikkeling

Begin juni bleven zowel Fresnel en Furtif nog altijd duidelijk achter in gewasstand. In de loop van juni verschenen bij deze rassen en bij Casini ook de meeste ziektesymptomen van een verzameling of complex aan schimmels (mogelijk o.a. Phoma medicaginis var. pinodella, Ascochyta pinodes en Colletotrichum sp.). We zagen geleidelijk aan meer bruine vlekken met donkerbruine randen uitbreiden van onderaan de stengel met verdrogen van bladeren, leeg blijven van de onderste peulen en uitvallen van sommige planten tot gevolg.

Halverwege juni was er bovenaan het gewas echter nog weinig te merken, later zouden de vlekken ook op de bovenste peulen verschijnen en zagen we in het centrum van de vlekken zwarte punten (pycnidia). Ondanks dat gevulde peulen er van buitenaf ongezond uitzagen, waren de erwten binnenin vaak gaaf maar eerder gedeeltelijk klein en niet ten volle ontwikkeld. Lapony die begin juni nog een behoorlijk goede algemene stand toonde, bleek uiteindelijk zoals het jaar voordien toch gevoelig.

Geen van de rassen bleek resistent. Flokon, Foudre en Jumper toonden zich wel een stukje toleranter, maar de verschillen waren niet uitgesproken. Zowel Flokon als Foudre werden in 2024 voor het tweede seizoen op rij getest. Vorig jaar toonde Flokon zich net erg gevoelig terwijl Foudre zich duidelijk onderscheidde in een betere tolerantie voor de ziekte. Jumper werd niet eerder getest.

ziektesymptomen erwt

Hoe langer de erwtenplant, hoe vaker legergevoelig

Voornamelijk bij de mengteelten met de langste rassen werd legering vastgesteld. 

  • Foudre en Feroe groeiden met gemiddeld 88 cm uit tot de significant langste erwtenplanten en waren legergevoelig. 
  • Ook Flokon, Uppercut en Jumper waren met gemiddeld 82 cm eerder lang.
  • De resterende rassen die 10 tot 20 cm korter bleven, stonden tegelijk steviger rechtop.

lengte erwt

legergevoeligheid erwt
De stevig rechtopstaande Balltrap en de legergevoelige Foudre.

Matige erwtopbrengst 

Het pikdorsen gebeurde op 8 augustus 2024. De gemiddelde opbrengst was 1,4 ton/ha erwt (15% vocht), wat eerder matig was. De triticale opbrengst was gemiddeld 2,4 ton/ha zonder significante verschillen tussen de mengteelten. Door de grote variatie in opbrengsten verschilde ook de totale mengteeltopbrengst niet significant en deze was met gemiddeld 3,8 ton/ha eerder laag. De onder omstandigheden meest productieve erwtenrassen waren met gemiddeld 1,7 ton/ha:

  • Flokon
  • Balltrap
  • Foudre 
  • Jumper 

Het significant minst productieve ras was dit jaar de ziektegevoelige Fresnel met gemiddeld 1 ton/ha (15% vocht). 

Vorig jaar werden Flokon, Balltrap, en Foudre ook getest. Toen werd er, door vroege ziekteaantasting, slechts 1 ton/ha geoogst met Flokon en Balltrap, terwijl Foudre bijna drie keer meer opbracht. Dit jaar is het beeld duidelijk anders en is tolerantie van Foudre naar verhouding veel minder uitgesproken.

erwtopbrengst
Gemiddelde opbrengst van de verschillende erwtenrassen (kg/ha, boven) en totale mengteeltopbrengst met de verschillende erwtenrassen (kg/ha, onder).

 

Eerder kleine erwten met een variabel eiwitgehalte

Met een duizendkorrelgewicht van gemiddeld 139 g waren de geoogste erwten relatief klein. De rassen Balltrap, Uppercut, en Furtif leverden de kleinste zaden op, met een gemiddeld gewicht van 130 g.

Het eiwitgehalte was met gemiddeld 19,3 %DS eerder matig (Dumas-methode, ruw eiwit/Ntotaal = 6,25).

  • Het meest eiwitrijk was Lapony met gemiddeld 20,7%,
  • gevolgd door Balltrap (20,4%). 
  • Casini was het eiwitarmste ras: gemiddeld 18,0%.

eiwit ifv productiviteit

Lees het uitgebreide verslag van de rassenproef 2024 hier.
Meer informatie over het telen van droge erwt in mengteelt vind je hier.

Meer info?
jasper.vanbesien@inagro.be

Bestanden
Bijlage Grootte
Rassenproef gele wintererwt in mengteelt met triticale_Inagro_2024.pdf 1.58 MB

Zoek per categorie

herkauwers
pluimvee
varkens
pitfruit
kleinfruit
akkerbouw
beschutte teelt
kruiden
sierteelt
groenten
bodemvruchtbaarheid
biodiversiteit
energie
onderzoek & beleid
projectoproepen

Agenda

Info-avonden beroepsopleiding biologische en biodynamische landbouw (april-juni)
28/04/2025
BBN pluimvee: Begroeiing in de uitloop van biologisch pluimvee
22/05/2025
Werkgroep BOWIE-project
22/05/2025
Demo Johnson Su
22/05/2025
Ontdek durumtarwe, een innovatieve graansoort!
04/06/2025
Bezoeken aan de CRA-W graanrassenproeven
06/06/2025
› meer activiteiten

website door startx

CCBT vzw
Tel: +32 9 331 60 85
Mail: info@ccbt.be
Schaessestraat 18, 9070 Destelbergen

Footer-menu

  • Nieuws
  • Over CCBT
  • Praktijkcentra
  • Contact

Met de steun van het departement landbouw en visserij van de Vlaamse overheid.

Home
  • Nieuws
  • Agenda
  • Onderzoeksdatabank
  • Over CCBT
  • Projecten
  • Praktijkcentra
  • Contact
  • Inloggen