Hoofdinhoud
Fijner afstemmen van bemesting bij biopaprika
18/02/2014
categorie
Elke tuinder streeft ernaar zijn bemesting zo goed mogelijk af te stemmen op de behoefte van het gewas. Dit lijkt eenvoudig, maar is niet altijd even evident. Zeker niet wanneer het gaat om een biologische teelt waarbij organisch bemest wordt. Organische meststoffen zijn niet onmiddellijk, maar slechts na mineralisatie opneembaar door de plant. Het mineralisatieproces wordt echter door tal van factoren beïnvloedt zoals bodemtemperatuur, bodemleven, vocht, ...
Organische bemesting en MAP4 in de fruitteelt - Deel 1: Conference
18/02/2014
categorie
Binnen MAP4 komen zowel de stikstofbemesting als de fosforbemesting meer onder druk te staan. Wat de biologische fruitteelt betreft zijn er 2 belangrijke knelpunten nl. de kennis van de stikstofreserve (o.a. reststikstof in het najaar) en de beperking van de fosforbemesting tegen 2018, waarbij men streeft naar een maximale bemesting van 55 E P2O5.
Organische bemesting en MAP 4 doorheen de biologische kleinfruitsector
18/02/2014
categorie
In 2011 zorgde de komst van MAP 4 voor heel wat bezorgdheid. Er leefden vele vraagtekens, of en hoe de verstrengde wetgeving kon worden gecombineerd met een goede gewasopbrengst en vruchtkwaliteit. In de biologische teelt van aardbeien, wat vaak nog een tweejarige of driejarige teelt is, is de grootste uitdaging om voldoende stikstof te voorzien zonder een te hoog nitraatresidu in het najaar.
Beperkte bijbemesting volstaat voor goede biologische prei-opbrengst
18/02/2014
categorie
MAP4 legt aan de groentetelers een aantal nieuwe normen en maatregelen inzake bemesting op. Deze zijn gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en ‘best practices’ in de gangbare teelt en zijn niet zondermeer toepasbaar in de biologische landbouw. Dit blijkt uit deze proefopzet die Inagro uitvoerde in biologische herfstprei.
Klaver troef! Over klavermoeheid en goed (gras)klaverbeheer
18/02/2014
categorie
Vlinderbloemigen vormen de stikstofmotor van de biologische landbouw. Enkele oudere biologische veebedrijven in Vlaanderen melden dat ze meer en meer moeite hebben om het klaverbestand in (blijvende) weides op peil te houden met dalende opbrengsten tot gevolg. Algemeen wordt een terugloop van klaver benoemd als ‘klavermoeheid’ of bodemmoeheid. Uit literatuur blijkt dat verschillende redenen aan de bron van dit probleem kunnen liggen.
Rassenproef aardappelen biologische teelt 2013 Nieuwe rassen dienen zich aan
18/02/2014
categorie
Rassenkeuze blijft het belangrijkste wapen tegen aardappelplaag in de biologische teelt. De voorbije jaren diende zich een eerste generatie resistente rassen aan. In 2013 kreeg Inagro opnieuw een aantal nieuwe plaagresistente rassen aangeboden voor de rassenproef biologische teelt.
Rassenproef prei late herfst biologische teelt 2013 Navajo brengt perspectief op bio
18/02/2014
categorie
In de biologische preiteelt is de rassenkeuze het voornaamste instrument ter beheersing van ziekten en sleet. Enkele gangbare hybrides doen het ook goed onder biologische teeltomstandigheden. Kan de biologische Navajo aansluiting vinden?
Rassenproef biologische zomertarwe 2013: Laat en koud voorjaar staat goede opbrengst niet in de weg.
18/02/2014
categorie
Het voorbije jaar hebben een aantal Vlaamse molenaars uitdrukkelijk gevraagd naar Vlaamse biologische baktarwe. Hierdoor komt de teelt van biologische zomertarwe opnieuw in de belangstelling. Door een juiste rassenkeuze kan een goede kwaliteit geoogst worden.
Schade door preimineervlieg in 2013 alarmerend
18/02/2014
categorie
De preimineervlieg Phytomyza gymnostoma wordt sedert de jaren ‘80 als plaaginsect van prei, ui- en lookgewassen gesignaleerd in verschillende Europese landen. In Vlaanderen werden de eerste aantastingen door preimineervlieg vermoedelijk vastgesteld in 2007 in amateurtuinen. De laatste jaren ondervinden ook preitelers ten zuiden van de Schelde schade. De oogstresultaten van prei, najaar 2013 maken duidelijk dat de plaag zich verder uitbreidt over heel Vlaanderen.
Voorjaarszaai vlinderbloemige groenbemesters vóór een late groente
22/01/2014
categorie
Groenbemesters worden traditioneel in het najaar gezaaid om hun gunstige bijdrage aan de organische stofopbouw in de bodem en om stikstofuitspoeling en erosie in de winter te voorkomen. Ook in het voorjaar, op percelen waar pas een late herfstteelt is voorzien, kan een voorjaarszaai met groenbemesters mogelijkheden bieden met het oog op onkruidonderdrukking. Vlinderbloemige groenbemesters kunnen bovendien voor extra stikstofnalevering zorgen.