Onderliggende mechanismen van de interactie tussen de mier Crematogaster scutellaris en de roofmijt Amblyseius swirskii
Bij het simultaan inzetten van meerdere biologische bestrijders in teelten, treden er interacties op tussen de bestrijders. Deze interacties kunnen worden ingedeeld als zijnde synergetisch, neutraal of antagonistisch. In deze masterproef werd het mechanisme van de interactie tussen de mier Crematogaster scutellaris (Olivier) en de roofmijt Amblyseius swirskii (Athias-Henriot) bij predatie op de trips Frankliniella occidentalis (Pergande) onderzocht. Het onderzoek werd in labo- en serreomgeving uitgevoerd.
Enerzijds, werd nagegaan of beide predatoren jagen op verschillende levensstadia van F. occidentalis. Anderzijds, werd het effect van een schuilplaats voor tripsen op de predatie-efficiëntie van beide predatoren en hun combinatie onderzocht. Een eerste laboproef toonde aan dat C. scutellaris jaagde op poppen en adulten van F. occidentalis, terwijl A. swirskii eerder predeerde op poppen en nimfen. Een tweede laboproef illustreerde dat C. scutellaris tijdens het jagen op F. occidentalis werd gehinderd door de aanwezigheid van een schuilplaats voor deze tripsen. Het combineren van C. scutellaris en A. swirskii bood hiervoor een oplossing. Roofmijten kunnen namelijk wel foerageren in deze kleine schuilplaatsen. Ook bleek uit de spreiding van de bladschade dat de aanwezigheid van mieren ervoor zorgde dat tripsen zich gaan verschuilen.
De efficiëntie van C. scutellaris gecombineerd met A. swirskii werd verder getest in een serreproef. Er kon geen uitsluitsel worden bekomen of de combinatie van de predatoren al dan niet voor een synergetisch effect zorgt in meer praktijkgerichte omstandigheden. Er kon wel worden bevestigd dat voornamelijk roofmijten van belang zijn bij predatie op tripsnimfen.
Valentijn De Cauwer
Promotoren: prof. dr. ir. Patrick De Clercq, dr. Bruno Gobin
Tutor: ir. Christophe Noppe