De sector, bio beschutte teelt, stelt zich de vraag of er enigszins verschillen zijn bij verschillende aard en niveau bemesting. Dit zowel naar productie, insectenpopulatie, vruchtkwaliteit (inclusief smaak). Op dit ogenblik wordt de bemesting voornamelijk uitgevoerd op basis van bodemanalyses, toch zet de trend zich meer en meer naar bemesting aan de hand van bladsapanalyses zodat tijdig gereageerd kan worden bij tekort en beter gedoseerd kan worden waardoor uitspoeling gereduceerd wordt. Om op al deze vragen een antwoord te bieden aan de tuinders bio beschutte teelt zal een oriënterende proef, teelt bio trostomaat, aangelegd worden in twee kleinere afdelingen.

Aan de hand van een demonstratieproef zal getracht worden het verschil tussen plantaardige en dierlijke bemesting aan te tonen. Door het aanhouden van deze 2 objecten in 2 verschillende afdelingen van elk ongeveer 80 m² kunnen verschillende, mogelijks variërende, parameters opgevolgd worden. Binnen elke kas zullen eveneens 2 verschillende bemestingsniveaus aangehouden worden daar ook het standaard bemestingsniveau in vraag gesteld wordt. De teelt die zal aangelegd worden in de 2 afdelingen van de kas is bio trostomaat. Tijdens het proefverloop zal op regelmatige basis een bodemanalyse uitgevoerd worden met parallel bladsap analyses van de planten. Op die manier kan het verloop van het stikstofniveau in bodem en blad weergegeven worden waardoor een beter inzicht kan verkregen worden in de opname van de toegediende meststoffen. Productie en vruchtkwaliteit zijn belangrijke parameters die nauwgezet moeten opgevolgd worden bij de zoektocht naar het effect van de verschillende bemesting. Eveneens de smaak van de trostomaat zal nagegaan worden, een parameter die zeker in bio niet onbelangrijk is. Daar een verschillende aard bemesting verschillende organismen aantrekt, zal ook een opvolging van de insecten uitgevoerd worden doorheen de teelt.