Het project 'grauwe schimmel in aardbeien' wil in eerste instantie een bijdrage leveren aan de teelt- en de bedrijfszekerheid van biologische tuinbouwbedrijven.

Grauwe schimmel in aardbeien maakt dat de teelt van aardbeien in openlucht op een economisch veilige manier nog niet mogelijk is. Voor alle andere ziekten bestaan er biologische middelen of teelttechnische oplossingen om de verliezen binnen het aanvaardbare niveau te houden. Enkel om reden van Botrytis moeten we de telers adviseren om tunnels te bouwen over de teelten. Een openluchtteelt wordt momenteel nog steeds afgeraden. De behoefte aan tunnels zet vandaag echter een rem op de uitbreiding van het areaal. De investeringskosten en de hoge arbeidsbehoefte om deze tunnels na elke teelt terug af te breken en opnieuw op te bouwen maken dat de aangeplante arealen vrij beperkt blijven.

Er zijn een aantal oplossingen die in ontwikkeling zijn. We zien een duidelijk verband tussen het gebruik van compost en gevoeligheid voor grauwe schimmel, bijen en hommels kunnen gebruikt worden als vectoren van antagonistische schimmels, algemene teelttechniek zoals aangepaste bemesting, behandelingen met plantversterkende middelen en tijdig hulpmiddelen als stro aanbrengen kunnen in combinatie met elkaar het risico op aantasting reduceren.

Samenvatting resultaten

Ondanks het feit dat alle omstandigheden gunstig waren om een botrytisproef op te zetten zijn de resultaten vrij verrassend. Geen enkel product heeft een (afdoende) werking tegen Botrytis cinerea. Anderzijds is het wel verrassend dat de getuige zo behoorlijk scoort. Het verschil tussen gebruik van folie en stro en een teelt zonder folie en stro bevestigen al wat we vermoedden. Het blijft natuurlijk raden naar de oorzaak van deze resultaten. Het perceel werd volledig homogeen bewerkt, overal werd compost toegepast, het gaat om dezelfde planten, de getuige werd tijdens elke bespuiting ook mee behandeld. Indien een middel geen effect heeft dan zouden we mogen verwachten dat dezelfde resultaten als de getuige behaald worden. We zien echter zowel in de productie als in het % rotte vruchten tegenvallende resultaten. Met drie herhalingen en negen plukdagen beschikken we echter over een zeer groot aantal cijfers die de betrouwbaarheid van deze proef verhogen. Een herhaling van deze proef tijdens het voorjaar moet deze resultaten bevestigen of ontkrachten.