De teelt van zomerframbozen is in vele biologische kleinfruitbedrijven een belangrijke activiteit voor de rendabiliteit van het bedrijf. Het is dan ook erg belangrijk voor de teler dat het aangekochte plantgoed voor een aantal jaren voldoende kwalitatief fruit blijft produceren.

Om de telers te ondersteunen in hun rassenkeuze werd er op Proefcentrum Pamel in het voorjaar van 2021 een rassenproef opgezet met de meest aangeplante en interessante rassen van dat moment. Nu, 3 jaar later, zijn er toch al een aantal conclusies te trekken, die we hieronder op een rijtje zetten.

Vooral Glen Dee, Glen Ample en Tulameen Pearl gaven goede resultaten.
Rekening houdende met alle paramaters komen we voor deze rassen tot volgende conclusies:

Glen Dee: Stevige vrucht, vaak iets minder smaakvol. Onderste helft van cane loopt niet of nauwelijks uit. Enorm lange vruchttakken (soms >1m) met wel 50 tot 60 vruchten per vruchttak.

Glen Ample: productief ras, smaak is goed. Iets rondere vrucht die soms vrij zwaar kan zijn. Glen Ample is gevoeliger voor frambozengalmijt en roest.

Tulameen pearl: Goede smaak, goede productie, weinig rot en uitval. Veel vruchttakken met iets minder vruchten per vruchttak (20 – 30 vruchten)

Glen Carron: Kleinere vruchten, lagere oogstcijfers  en het aantal nieuwe scheuten valt tegen.

Glen Mor: Goede productie, maar kende uitval door phytophthora, waardoor dit ras moeilijk te beoordelen is.

Uit de voorlopige resultaten kan aangenomen worden dat van de aangeplante rassen Tulameen pearl het meest geschikt is voor een bioteelt.

Hier kan je het volledige artikel lezen met alle bevindingen!

Meer info?
sam.neefs@vlaamsbrabant.be