Skip to main navigation
Home

Main menu

  • News
  • Calendar
  • About
  • Projects
  • Research Centres
  • Research database
  • Contact
Sorteeropties
  • en
  • nl
Menu

Breadcrumb

  1. Home
  2. Van Bladluis Tot Stinkwants: Evolutie Van Plagen, Ziekten En Nuttigen In Bio Vruchtgroenten 2025

Van bladluis tot stinkwants: Evolutie van plagen, ziekten en nuttigen in bio vruchtgroenten 2025

16/12/2025
An Van de Walle (Viaverda)

beschutte teelt

Net als in 2024, monitorde Viaverda doorheen het teeltseizoen plagen in biologische vruchtgroenteteelten in tunnel. Dit seizoen bevestigt enkele duidelijke tendensen. Bladluis blijft de eerste plaag van het jaar, maar wordt doorgaans goed onderdrukt door lieveheersbeestjes, gaasvliegen en sluipwespen. Naarmate de zomer vordert, verschuift de aandacht naar spint en trips, die vooral in warme en droge omstandigheden de kop opsteken. In het najaar domineren witte vliegen in tomaat (al was er weinig schade) en de zuidelijke groene stinkwants in paprika en aubergine.

In de gemonitorde vruchtgroenteteelten bleven ziekten in het voorjaar beperkt, maar bladvlekkenziekte, veroorzaakt door Cladosporium fulvum, kwam frequent voor bij hogere luchtvochtigheid in het najaar. Ook grauwe schimmel (Botrytis cinerea) trad op, maar besmetting trad vaak pas op na beschadiging van de stengels.

Op basis van tweewekelijkse waarnemingen (14 mei tot 14 oktober 2025) bij twee telers en in eigen tunnels binnen het CCBT-project “Waarnemingen en waarschuwingen in biogroenten openlucht en tunnel” werd de evolutie van de plaagdruk en de aanwezigheid van nuttige insecten in tomaat, paprika, komkommer en aubergine van nabij gevolgd door Viaverda. Het seizoen 2025 kende een dynamisch verloop voor plagen, ziekten en nuttigen in biologische tunnelteelten van vruchtgroenten.

Tomaat: rustig begin, witte vlieg en Cladosporium in het najaar

Tomaat bleef dit teeltseizoen lang gezond, maar kende in het najaar een duidelijke verschuiving naar schimmelziekten. De eerste weken na uitplant van tomaat (begin mei 2025) verliepen probleemloos. In mei en juni doken de eerste bladluizen op, maar ze werden snel gevolgd door lieveheersbeestjes in alle stadia. Ook sluipwespen en zweefvliegen waren van bij het begin aanwezig, waardoor de plaagdruk laag bleef. Begin juli was het erg warm, met tot gevolg verbrande toppen en slecht gezette trossen op het einde van deze maand. Het weer zorgde ook voor een toename in vogelvraat aan rijpe vruchten, door dorstige vogels die in de droge periode in de tunnels raakten.  

Vanaf augustus verscheen witte vlieg op de vangplaten. Tegen eind september was hun populatie sterk uitgebreid, hoewel de tomatenplanten er niet zwaar onder leken te leiden. De aanwezigheid van sluipwespen zoals Encarsia formosa kon hun opmars deels afremmen, maar niet volledig stoppen. Tegelijkertijd werd in verschillende serres Cladosporium bladvlekkenziekte vastgesteld. Typische symptomen zijn paarse verkleuring en bruine, opgerolde bladeren bij grootvruchtige rassen. De combinatie van warme dagen en vochtig najaarsweer zorgde voor een zichtbare aantasting van de bladeren. Zorgen voor voldoende luchtcirculatie en lagere luchtvochtigheid om schimmelziekten af te remmen is hier belangrijk. Ook kwam grauwe schimmel voor, vaak op plaatsen waar clipsen of touwen wondjes maakten aan de stengels.

Paprika: bladluis maakt plaats voor Nezara

In paprika verliep het voorjaar met een lichte bladluisdruk, gevolgd door veel nuttigen, zoals gaasvliegen, lieveheersbeestjes, sluipwespen (o.a. Praon volucre, Aphidius ervi) en de roofwants Orius laevigatus. De bladluizen verdwenen grotendeels in juni, waarna de zomermaanden relatief rustig waren.

Na de hittegolf eind juni-begin juli werd neusrot vastgesteld op blokpaprika. Begin september kwam neustrot terug, ditmaal voornamelijk op zoete puntpaprika. Neusrot treedt vaker op na warme perioden doordat de waterhuishouding dan niet optimaal is.  De neusrot zorgde voor een verhoogde botrytisaantasting. Deze grauwe schimmel bleef aanwezig tot het eind van de teelt.  

Eind juli kwam een nieuwe plaag nadrukkelijk op de voorgrond: de zuidelijke groene schildwants (Nezara viridula). Aanvankelijk sporadisch waargenomen, waren volwassen exemplaren en nimfen massaal aanwezig tegen september. Vruchten vertoonden zuigschade. Orius roofwantsen, sluipwespen en lieveheersbeestjes bleven actief, maar  konden deze plaag  niet onder controle houden. De zuidelijke groene stinkwants begint zich vanuit het warme zuiden al structureel in onze gematigde streken te vestigen, zeker in verwarmde serres, maar hij is ook al vaak te zien in tunnels en zelfs op aubergine en paprika in openlucht . Deze wants laat zich moeilijk beheersen. Handmatig wegvangen blijft voorlopig de meest effectieve aanpak in tunnels.

nezara op paprika
Foto 1: De zuidelijke groene stinkwants in verschillende stadia. Deze wants prikt vruchten aan.

Komkommer: spint en meeldauw tijdens hete zomer

De komkommerteelten startten gezond. Door het zonnige weer net na aanplant, in de derde week van mei, hadden bepaalde planten wel last van zonnebrand. In juni startte met lichte bladluisdruk. Juli was warm, wat zorgde voor een sterke opbouw van kasspintmijt (Tetranychus urticae). Zonder snelle inzet van roofmijten zoals Phytoseiulus persimilis en Neoseiulus californicus kon de plaag zich explosief ontwikkelen. Begin juli werd ook trips waargenomen in de bloemen. Trips zorgt voor groeiverlies, kromme vruchten en virusoverdracht. Frankliniella occidentalis is de meestvoorkomende tripssoort in tunnels. De aanwezigheid van roofwantsen (o.a. Orius spp) hield deze plaag onder controle.

bladluis mummies
Foto 2: Komkommer startte met lichte bladluisdruk in juni. Sluipwespen parasiteerden de bladluizen op komkommer waardoor mummies gevormd werden die lijken op opgeblazen bladluizen. 

In augustus trad, naast spint, ook valse meeldauw (Pseudoperonospora cubensis) op, vooral bij oudere teelten. Valse meeldauw ontstaat voornamelijk bij vochtig, warm weer. Valse meeldauw is te herkennen aan gele vlekken op de bovenkant van de bladeren, die typisch begrensd worden door de bladnerven. Aan de onderkant van de bladeren kan witachtig, later grijs, schimmelpluis verschijnen. Ook werd witte vlieg en nimfen van de zuidelijke groene stinkwants vastgesteld. Tegen september waren veel bladeren verdroogd of aangetast, wat de teelt vaak al vroegtijdig deed afsluiten. In september trad ten slotte nog echte meeldauw op. Eind september liep deze teelt ten einde.

De combinatie van hoge temperatuur en lage luchtvochtigheid maakte spint in 2025 de meest bepalende plaag in komkommer.

spint komkommer
Foto 3: De combinatie van hoge temperatuur en lage luchtvochtigheid maakte spint in 2025 de meest bepalende plaag in komkommer. 

Aubergine: spint blijft probleem, Nezara in opmars

Na aanplant eind mei hadden aubergines een rustige start met enkele bladluizen en veel lieveheersbeestjes als nuttigen. In juli verschenen de eerste spintmijten, met toenemende aantasting en zichtbare webvorming op de bladeren in augustus. Ondanks de aanwezigheid van gaasvliegen en sluipwespen bleef de spintdruk hoog. Bij één teler waren enkele volwassen coloradokevers aanwezig begin juli. Vanaf september kwamen ook zuidelijke groene stinkwantsen voor, die vruchten beschadigden met verkleurde zuigplekken. Tegen het einde van de teelt was de combinatie van spint en Nezara de voornaamste reden voor kwaliteitsverlies.

Vroege introductie van nuttigen is essentieel

De waarnemingen van 2025 tonen hoe sterk het microklimaat en het tijdstip van de teelt het plaagspectrum bepalen. Warme, droge omstandigheden bevorderen spint en de zuidelijke groene stinkwants en vochtige omstandigheden stimuleren schimmels. Een sterk begin van de biologische plaagbeheersing met vroege introductie van nuttigen blijft essentieel. Daarnaast lijken maatregelen die de biodiversiteit rond de serre verhogen, zoals bloeiende randen met Oost-Indische kers, klaver, komkommerkruid of boerenwormkruid, nuttig om natuurlijke vijanden te ondersteunen. Biologische vruchtgroenteteelten blijven dynamisch systemen waarin de balans tussen plaag en nuttige zich voortdurend herschikt, gestuurd door teeltmanagement, zoals bladplukken of aanpassingen in irrigatie.


Momenteel loopt hieromtrent het CCBT-project B-LAB: bladluisbeheersing door aantrekken van nuttigen in biologische tunnelteelten.

We zoeken nog telers die willen deelnemen aan dit project in 2026. Wie interesse heeft, kan contact opnemen met An Van de Walle.


Meer info?
an.vandewalle@viaverda.be

logo ccbt project   logo viaverda

Related projects
W&W Biogroenten openlucht en tunnel
B-LAB: BladLuisbeheersing door Aantrekken van nuttigen in Biologische tunnelteelten

Search per category

ruminants
poultry
pigs
pome fruit
soft fruit
arable land
protected crops
herbs
flowers
vegetables
soil fertility
biodiversity
energy
research & policy
project calls

Calendar

Webinar biologische aardappelteelt
16/12/2025
Landwijzer vorming: Verdieping bedrijfseconomie
17/12/2025
BBN Herkauwers - Bodem vanuit de biologie bekeken
17/12/2025
Bodem vol Leven: De kracht van microbiële inoculanten nu en in de toekomst
18/12/2025
Lasopleiding voor boer·innen
08/01/2026
Inspiratiedag Boeren met levende Bodem (NL)
23/01/2026
› meer activiteiten

website by startx

CCBT vzw
Tel: +32 9 331 60 85
Mail: info@ccbt.be
Schaessestraat 18, 9070 Destelbergen

Footer-menu

  • News
  • About
  • Research Centres
  • Contact

Met de steun van het departement landbouw en visserij van de Vlaamse overheid.

Home
  • News
  • Calendar
  • About
  • Projects
  • Research Centres
  • Research database
  • Contact
  • Log in