Op donderdag 22 augustus 2024 verwelkomde het Proefstation voor de Groenteteelt alle nieuwsgierigen uit de sector voor een bezoek aan de proeven op het bioperceel in Sint-Katelijne-Waver. De lopende proeven en de tussentijdse resultaten werden toegelicht. Enkele machines werden ook gedemonstreerd.

Nieuwe technieken voor onkruidbeheersing in de rij

In het CCBT-project I-ROWeed ontwikkelt en test het Proefstation twee nieuwe technieken voor onkruidbeheersing in de rij. Bij de eerste techniek wordt een bestaande schoffelbalk aangepast en krijgt het achter de schoffels extra elementen die met een hydraulische sturing in en uit de rij kunnen bewegen. Het RTK-GPS systeem laat toe om planten eerst op een gekend raster te planten, waarna het omgebouwde schoffeltoestel daarna ook op basis van het GPS signaal weet wanneer de elementen aan de kant geschoven moeten worden om planten te ontwijken. De mogelijke rijsnelheid en veiligheidszone werden dit jaar onderzocht.

Een RTK-GPS systeem is niet goedkoop, maar biedt heel wat voordelen, naast een precieze onkruidbestrijding gebruiken we het onder andere ook voor vaste rijpaden, planten op rechte lijnen en automatisatie van de tractoren waardoor geen bestuurder meer nodig is bij iedere handeling.

De tweede techniek die we uittesten heet ‘wiedstralen’. Het principe is gelijk aan zandstralen. We maken echter geen gebruik van zand, maar testen verschillende organische varianten uit zoals gemalen okkernootschil, fijne meststofkorrels of maïsgrit. Door het debiet, druk en korreltype aan te passen creëren we een selectief systeem dat kleine onkruiden vernietigd, maar het gewas spaart. Hoewel de eerste testen hoopgevend zijn, is er nog optimalisatie van het toestel nodig om obstructies van de korrels te vermijden.

Zaadvaste rassen pastinaak doen niet onder aan hybriden

Traditioneel voeren we ook enkele rassenproeven uit met kleinere teelten. Tijdens het proefveldbezoek bezochten we de rassenproef pastinaak en rode eikenbladsla. Beide proeven bevatten zowel hybriden als zaadvaste rassen. Hoewel er vooral een vergelijking binnen iedere groep wordt gemaakt, blijft het ook interessant om globaal alle rassen te vergelijken. Zo zagen we in opkomst en initiële groeikracht weinig verschillen tussen alle rassen.

Waar wel een klein verschil in zat, is de groeikracht op de bedden waar al een hele tijd gereduceerde grondbewerkingen op gebeuren in vergelijking met bedden die jaarlijks gespit worden. De pastinaak op de bedden die niet gespit werden toonden een hogere groeikracht. Het effect van de bewerking op de kwaliteit van de pastinaakwortels moet bij de oogst nog duidelijk worden.

Afdekken combineren met nuttigen

Via een afdekproef in bloemkool trachtten we te achterhalen hoe het komt dat er in sommige situaties toch koolvliegschade optreedt onder netten. De eerste resultaten lijken erop te wijzen dat vooral het even openleggen van de netten voor bijvoorbeeld onkruidbeheersing er voor zorgt dat koolvliegen in het gewas kunnen binnenvliegen. Hoewel de proef nog grondiger geanalyseerd moet worden, wijzen de eerste resultaten er bovendien voorzichtig op dat het interessanter is om de netten in de namiddag open te leggen in plaats van in de ochtend, al treed er in beide gevallen nog schade op.

Omdat afdekken met insectengaas tegen koolvlieg in teelten zoals spruitkool of savooikool kan zorgen dat er meer luizen en wittevlieg voorkomen op het gewas, gaan we de mogelijkheid na om biologische bestrijders in te zetten onder de netten. Netten houden natuurlijke vijanden van buitenaf tegen, maar bieden dan weer potentieel om biologische bestrijders in vollegrondsteelten in te zetten zonder dat ze kunnen wegvliegen. In de eerste tests gaan we na welke soorten er geschikt zouden kunnen zijn om melige koolluis en koolwittevlieg te bestrijden.

Natuurlijke vijanden stimuleren met bankerplanten of met pollen

Naast experimenteren met de uitzet van commerciële bestrijders blijven we ook onderzoek doen hoe we de natuurlijke vijanden zoveel mogelijk kunnen stimuleren.

In het laatste jaar van het project CABAN waar we bloeiende planten en bankerplanten gebruiken om nuttigen te ondersteunen vergelijken we verschillende configuraties van bankerplanten in de spruitkoolteelt. We maken gebruik van zilverschildzaad, tuinboon, korenbloem en gele kamille, omdat deze combinatie uit eerdere resultaten interessant blijkt om natuurlijke vijanden in kolen te bevorderen. In de proeven van dit jaar gaan we na wat het verschil is tussen een eiland of strook met bloemen naast de teelt of het effectief integreren van de bloemen tussen de rijen spruitkool.

Voor wie geen tijd of ruimte heeft om bloeiende planten in het veld te installeren, onderzoeken we een andere optie om extra voedsel te voorzien voor natuurlijke vijanden. We gaan namelijk na of we natuurlijke vijanden kunnen bijvoederen met pollen door die over het gewas te verspreiden. De pollen zijn commercieel beschikbaar en worden in de glasteelt gebruikt, maar bieden mogelijk ook een optie om natuurlijke vijanden in open lucht te ondersteunen. We wachten nog op de verwerking van de laatste resultaten om hier een uitspraak over te kunnen doen.

Het boekje van het proefveldbezoek kan je hier terugvinden waar de proeven overzichtelijk opgesomd staan met de tussentijdse resultaten. Komende weken en maanden volgen de eindrapporten en artikels van de verschillende proeven.

Meer info?
sander.fleerakkers@proefstation.be